Definities van Groot woordenboek der Nederlandsche taal in de Ensie B
- Bekleeder
- Bekleeding
- Bekleedingsmuur
- Bekleedingssteen
- Bekleedingsvlies
- Bekleedsel
- Beklembrief
- Beklemd
- Beklemmen
- Beklemming
- Beklemrecht
- Beklemtonen
- Bekletsen
- Beklijven
- Beklimmen
- Beklinken
- Beklonken
- Beklonteren
- Bekloppen
- Bekluisd
- Bekluizen
- Beknabbelen
- Beknagen
- Beknauwen
- Bekneld
- Beknellen
- Beknibbelaar
- Beknibbelen
- Beknijpen
- Beknippen
- Beknopt
- Beknorder
- Beknorren
- Bekocht
- Bekoelen
- Bekoken
- Bekokmeeuwd
- Bekomen
- Bekommerd
- Bekommeren
- Bekommernis
- Bekomst
- Bekomzaam
- Bekonkelaar
- Bekonkelen
- Bekoopen
- Bekoorder
- Bekoorlijk
- Bekoren
- Bekorsten
- Bekorten
- Bekostigen
- Bekouten
- Bekprater
- Bekrabbeld
- Bekrabbelen
- Bekrabben
- Bekrachtigen
- Bekragen
- Bekrammen
- Bekransen
- Bekrassen
- Bekreunen (zich)
- Bekribben
- Bekrijgen
- Bekrijten
- Bekrimpen (zich)
- Bekroezen (zich)
- Bekrompen
- Bekronen
- Bekroosd
- Bekruiden
- Bekruien
- Bekruipen
- Bekruisen
- Bekuipen
- Bekvechten
- Bekwaam
- Bekwaamheid
- Bekwamen
- Bekweelen
- Bekwijlen
- Bel
- Bel-étage
- Belabben
- Belabberd
- Belachelijk
- Belachen
- Beladderen
- Beladen
- Belagen
- Belakken
- Belakker
- Belanden
- Belang
- Belangeloos
- Belangen
- Belangende
- Belangensfeer
- Belanghebbende