Definities van Groot woordenboek der Nederlandsche taal in de Ensie V
- VERNACHTEN
- VERNAGELEN
- VERNAGELPIN
- VERNARREN
- VERNAUWEN
- VERNEDEREN
- VERNEDEREND
- VERNEDERLANDSCHEN
- VERNEEMAL
- VERNEEMBAAR
- VERNEMEN
- VERNESTELEN
- VERNEUKEN
- VERNEUKERAAR
- VERNEUKERATIEF
- VERNEUKERIJ
- VERNEURIËN
- VERNEUTELD
- VERNIELACHTIG
- VERNIELAL
- VERNIELBAAR
- VERNIELEN
- VERNIELEND
- VERNIELER
- VERNIELINGSKRIJG
- VERNIELZIEK
- VERNIER
- VERNIETIGBAAR
- VERNIETIGEN
- VERNIETIGER
- VERNIEUWEN
- VERNIEUWER
- VERNIEUWERWETSCHEN
- VERNIEUWINGSCEL
- VERNIKKELEN
- VERNIS
- VERNISBAL
- VERNISJE
- VERNISSEN
- VERNISSER
- VERNOEGD
- VERNOEGEN (ZICH)
- VERNOEMEN
- VERNUCHTEREN
- VERNUFT
- VERNUFTIG
- VERONAANGENAMEN
- VERONACHTZAMEN
- VERONDERSTELLEN
- VERONDIEPEN
- VERONGELIJKEN
- VERONGELIJKER
- VERONGELUKKEN
- VERONTHEILIGEN
- VERONTHEILIGER
- VERONTREINIGEN
- VERONTREINIGER
- VERONTRUSTEN
- VERONTSCHULDIGEN
- VERONTSCHULDIGER
- VERONTWAARDIGEN
- VEROORDEELAAR
- VEROORDEELDE
- VEROORDEELEN
- VEROORLOGEN
- VEROORLOVEN
- VEROORZAKEN
- VEROORZAKER
- VEROOTMOEDIGEN
- VERORBEREN
- VERORDENEN
- VERORDINEEREN
- VEROUDEN
- VEROUDERD
- VEROUDEREN
- VEROUWELIJKEN
- VEROVERAAR
- VEROVEREN
- VEROVERINGSKRIJG
- VERPACHTEN
- VERPACHTER
- VERPAKKEN
- VERPANDEN
- VERPAPPEN
- VERPAREN
- VERPASSEN
- VERPATSEN
- VERPEKELEN
- VERPEKKEN
- VERPERSOONLIJKEN
- VERPESTEN
- VERPESTEND
- VERPEUTEREN
- VERPIETERD
- VERPIJNEN (ZICH)
- VERPIKKEN
- VERPINNEN
- VERPLAATSBAAR
- VERPLAATSEN
- VERPLAATSINGSTEEKEN
