Gepubliceerd op 02-09-2018

Element

betekenis & definitie

ELEMENT, o. (-en), beginsel;

— (bij de opvoedkundigen) kennis en ontwikkeling waarop het verder onderricht moet voortbouwen;
— (bij de sterrenkundigen) de gegevens die ons de grootte, gedaante en ligging der loopbaan van een hemellichaam doen kennen;
— (bij de natuurkundigen) toestel waarin men galvanische of chemische electriciteit kan opwekken, zie CEL;
— (bij de scheikundigen) enkelvoudige stoffen die men niet verder ontleden kan: zij worden verdeeld in metalen en metalloiden;
vroeger noemde men vuur, lucht, aarde en water de vier elementen;
— de strijd der elementen, hevige storm, branding of brand;
— het water is ons element, daarmee zijn wij vertrouwd, daar gevoelen wij ons thuis;
nu is hij in zijn element, nu is hij in zijn schik; (ook) nu kan hij zich op zijn voordeeligst doen kennen, op dat veld van wetenschap is hij geheel thuis;
— de jacht is zijn element, zijne geliefkoosde bezigheid;
— het Europeesche element in Indiè, de Europeanen.