DRIJVEND, bn. drijvend krijgsmaterieel, schepen;
— eene drijvende batterij, op een vlot geplaatst;
— een drijvend droogdok;
— naar de drijvende wolken zien; (fig.) hij is altijd op eene drijvende kiel, is nooit thuis maar zwerft nu hier dan daar;
— een drijvende polder, overstroomd.