DOORDRAVEN, (draafde door, heeft en is doorgedraafd), dravende van het eene einde tot het andere gaan: eene straat, eene stad doordraven; voortgaan met draven, verder draven: *t paard is zonder ruiter doorgedraafd;
— onbesuisd redeneeren in overdreven ijver voor eene zaak, een beginsel; als hij doordraaft, is zwijgen ’t best wat men doen kan; op iets doordraven;
— met volle kracht draven; (w. g.) door draven stukmaken, wonden zich de beenen doordraven;
...DRAVER, m. (-s); iem. die zonder goede gronden en zonder zelfbeperking voortredeneert;
...DRAAFSTER, v. (-s);
...DRAVERIJ, v. het doordraven.