Gepubliceerd op 02-09-2018

Doordoen

betekenis & definitie

DOORDOEN, (deed door, heeft doorgedaan), aanhoudend doen, verrichten; doorhalen, doorschrappen, doorstrijken: dat deugt niet, doe dat maar door; een post in het boek doordoen; ook ge kunt hem wel doordoen, behoeft niet op hem te rekenen (hij komt toch niet); doorbreken, doorsnijden, doorknippen enz.

< >