Gepubliceerd op 02-09-2018

Dienstbaar

betekenis & definitie

DIENSTBAAR, bn. dienende, ondergeschikt; dat meisje is dienstbaar, is ergens in dienst;

— de dienstbare stand, de stand der bedienden; (fig.) een volk dienstbaar maken, onderwerpen, onder het juk brengen;
— de omstandigheden dienstbaar maken aan zijne plannen, er tot uitvoering zijner plannen gebruik van maken. DIENSTBAARHEID, v. slavernij; afhankelijke staat als dienstbode: het brood der dienstbaarheid eten. DIENSTBARE, m. en v. (-en).