Gepubliceerd op 02-09-2018

Diacones

betekenis & definitie

DIACONES, v. (-sen), (in de oude Christ. kerk.) weduwen of jongedochters die de wijding der handoplegging ontvangen hadden en de armen en kranken van haar geslacht verpleegden;

— (eert.) (Kath.) nonnen die voor ’t altaar zorgen;
— (Protest.) pleegzuster.

< >