Gepubliceerd op 01-09-2018

Canon

betekenis & definitie

CANON, m. (-s), lijst; de regel, het richtsnoer, voorschrift;

— canon der Heilige Schrift, verzameling geschriften die tot den bijbel gerekend worden;
— de kerkelijke wet; het besluit, de uitspraak van een concilie of eene synode; vgl. canoniek recht;
— canon van de Heilige Mis, gedeelte van de H. Mis, de reeks der verschillende stille gebeden van Sanctus tot Pater Noster die in tegenstelling met andere deelen der mis, overal en altijd onveranderd blijven;
— lijst der door de R.-K. kerk erkende heiligen;
— (muz.) een twee- of meerstemmig zangstuk waarbij de eene partij na de andere invalt, hetzelfde thema zingt en bestendig herhaalt;
— bedrag jaarlijks voor eene erfpacht te voldoen;
— (drukk.) de dikste Duitsche drukletter: kleine canon, groote canon, dubbele canon.