BRAADSPIL, v. (-len), (zeew.) liggende spil tot het lichten van het anker;
...SPIT, o. (...speten), spit waaraan iets gebraden wordt;
— (zeew.) braadspil; (fig.) lange, smalle persoon; (ook) oude, verroeste degen;
...SPITDRAAIER, m. (-s). persoon die het braadspit draait;
...STUK, o. (-ken), stuk vleesch bestemd om gebraden te worden; (ook) gebraad.