BOMGAT, o. (-en), ronde opening in den bodem of den buik van een vat voor de bom;
— te veel naar het bomgat kijken, een zuiplap zijn;
— een woord in *t bomgat zeggen, iem. iets heimelijk toevertrouwen;
— gat door de uitbarsting eener bom in den grond geslagen;
— galmgat van een toren.