Van Dale 1898 Groot woordenboek der Nederlandsche taal Gepubliceerd op 01-09-2018 Boeman betekenis & definitie BOEMAN, m. spook, denkbeeldig wezen waarmee men stoute kinderen bang maakt of naar bed jaagt; bietebauw, bullebak; persoon die als schrikbeeld dienst moet doen den boeman spelen; voor boeman dienen. Gerelateerd Alles over Boeman Synoniemen van Boeman Spelling Boeman Lukraak woord Uitgelicht