Gepubliceerd op 24-02-2020

Blank

betekenis & definitie

Het begrip blank heeft 2 verschillende betekenissen:

1. blank - BLANK, bn. (-er, -st), wit glanzend ’t blanke priesterkleed; ’t blanke duin; de blanke baren; ’t koperwerk blank schuren; eene blanke huid; het blanke ras, Kaukasische;
onbedekt: eene blanke sabel, die uit de scheede is;
— blanke wapenen, bajonetten, Jansen, zwaarden, sabels en degens;
— de blanke billen, de bloote billen
— (van een dominosteen) dat gedeelte waarop geene oogen staan; ook zelfst. gebruikt: blank om één, dubbel blank; de blanken zijn er uit;
— de velden staan blank, zijn overstroomd;
— rein, onbevlekt: een blank geweten; de blanke deugd;
— blanke verzen, rijmiooze;
— blanke tabak, baai. lichtgele tabak.

2. blank - BLANK, m. (-en), (oudt.) munt ter waarde van zes duiten (33/4 cent);
— (Zuidn.) van stuivers blanken maken, slechte zaken doen.