Gepubliceerd op 24-02-2020

Bitter

betekenis & definitie

Het begrip bitter heeft 2 verschillende betekenissen:

1. bitter - BITTER, bn. bw. (-der, -st), zekere smaakgewaarwording, zooals bv. kinine geeft;
— zoo bitter als gal, in hooge mate bitter; (spr.) bitter in den mond, maakt het hart gezond;
— (fig.) onaangenaam, grievend eene bittere droefheid; het ziet er bitter met hem uit. ellendig;
— scherp, spijtig een bittere loon;
— iemand het leven zuur en bitter maken, onaangenaam, verdrietig;
— bittere spot, eene bittere beleediging, hoogst kwetsend, grievend;
— bittere tranen, die eene diepe smart (berouw, spijt) doet vloeien;
— bw. streng het is bitter koud;
— hij weende bitter, zeer;
— het bitter arm hebben, het zeer armoedig hebben.

2. bitter - BITTER, o. aromatisch kruidensap;
— jenever gemengd met dit aromatisch kruidensap. Bittertje, o. (-s), een glaasje bitter zijn bittertje drinken.