Van Dale 1898 Groot woordenboek der Nederlandsche taal Gepubliceerd op 01-09-2018 Bezopen betekenis & definitie BEZOPEN, bn. (-er, -st), (plat) dronken, (ook) dom, dwaas bezopen handelen; zich bezopen aanstellen; ben je bezopen ? ben je gek ?; — dat is een bezopen idee, zeer dom. BEZOPENHEID, v. Gerelateerd Alles over Bezopen Synoniemen van Bezopen Bezopen vervoegen Spreekwoorden met Bezopen Lukraak woord