Van Dale 1898 Groot woordenboek der Nederlandsche taal Gepubliceerd op 01-09-2018 Bevelhebber betekenis & definitie BEVELHEBBER, m. (-s), (mil.) die het bevel voert. BEVELHEBBERSCHAP. o. BEVELVOERDER, m. (-s). Gerelateerd Betekenis van Bevelhebber Synoniemen van Bevelhebber Spelling van Bevelhebber Lukraak woord