BETOOMEN, (betoomde, heeft betoomd), een paard betoomen, met toom en gebit bedwingen, in toom houden;
— (fig.) beteugelen: zijne hartstochten betoomen;
— (geweldige wateren) keeren, bedwingen. BETOOMER, m. (-s). BETOOMING. v. (-en).
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: