BETOOGEN, (betoogde, heeft betoogd), een betoog leveren, trachten te bewijzen de spreker betoogde, dat...; BETOOGING, v. (-en), optocht waarbij de deelnemers zekere gevoelens te kennen geven, demonstratie: eene betooging houden; het doel eener betooging is, indruk te maken en de publieke aandacht op iets te vestigen.
BETOOGER, m. (-s), die deelneemt aan eene demonstratie.