BERGSPITS, v. (-en), spitse bergtop;
...SPLEET, v. (...spleten);
...SPOORWEG, m. (-en), spoorweg over of door de bergen;
...STAM, m. (-men), volksstam in het gebergte levende;
...STATION, o. (-s), station in het gebergte;
...STELSEL, o. (-s), samen hangend gebergte;
...STOK, m. (-ken), wandelstok met ijzeren punt die het bergbeklimmen gemakkelijker maakt;
...STORTING, v. (-en), het naar beneden storten van een deel der berghelling, wanneer door verweering het verband tusschen het gesteente verbroken is;
...STREEK, v. (...streken);
...STROOM, m. (-en), stroom die van de bergen komt.