• Home
  • Inloggen
  • Onderwijs
  • Over
  • Geschiedenis
  • Kiosk
  • Contact
  • Manifest

ENCYCLOPEDIE SINDS 1946

Groot woordenboek der Nederlandsche taal

Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Gepubliceerd op 01-09-2018

Bema

betekenis & definitie

BEMA, o. (-’s), spreekgestoelte; rechterstoel; bisschopszetel in de altaarruimte van R.-K. kerken.

< >

Alsjeblieft
Dit artikel kreeg je van Ensie cadeau. Wil je ook bijdragen aan toegankelijke kennis? Klik hier en word vriend van Ensie!

Gerelateerd

  • Betekenis van Bema
  • Synoniemen van Bema
  • Spreekwoorden met Bema
  • Lukraak woord

ENCYCLOPEDIE SINDS 1946

  • Home
  • Inloggen
  • Onderwijs
  • Over
  • Geschiedenis
  • Kiosk
  • Contact
  • Manifest
  • Word vriend
  • Woorden beginnend met
  • Synoniemen
  • Spreekwoorden
  • De of Het
  • Schrijvers
  • Categorie
  • Afkorting
  • Vervoegen
  • Disclaimer
  • NTD
  • Artikel publiceren?
  • Adverteren?
© 2025 Ensie | Hosted by Rootnet

Inloggen

Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.

Toevoegen aan favorieten?

Favorieten

Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:

  • Je eigen Ensie account
  • Direct toegang tot alle zoekresultaten
  • Volledige advertentievrije website
  • Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk

Klik hier om vriend te worden