Gepubliceerd op 01-09-2018

Belang

betekenis & definitie

BELANG, o. (-en), iets dat iem. raakt, doordat zijn voordeel, zijn voorspoed er mede gemoeid is het algemeen belang; het belang van den staat; de belangen van het onderwijs bevorderen; iemands stoffelijke, zedelijke, hoogere belangen behartigen, bevorderen; de belangen der kerk gingen bij hem voor alles; de belangen der aandeelhouders in ’t oog houden; belang bij iets hebben, erbij geïnteresseerd zijn;

— veel, groot belang in iets (in een persoon) stellen, er veel aandacht aan wijden, er zich veel aan laten gelegen liggen;
— dat boezemt mij veel belang in, veel belangstelling;
— dat is van alle belang ontbloot, van alle gewicht; eene zaak van geen (weinig, groot) belang;
— ‘t is van belang belangrijk; (ook ironisch) uitroep van geveinsde verbazing.