Gepubliceerd op 01-09-2018

Bederven

betekenis & definitie

BEDERVEN, (bedierf, heeft en is bedorven), voorwerpen bederven, ze beschadigen, onbruikbaar maken, in waarde doen verliezen;

— aan die kleeren valt niet veel meer te bederven, die zijn niet best meer;
— hij zal met dat peuterwerk zijne oogen nog bederven, maken dat hij niet meer goed zien kan;
— het spel bederven, in de war sturen; iemands pleizier bederven, vergallen;
— zijne goede luim hebt gij in eens bedorven, in eene kwade veranderd;
— een kind bederven, te veel toegeven, waardoor het een onpleizierig humeur verkrijgt, eigenzinnig, ongehoorzaam wordt enz.;
— iem. in den grond bederven, geheel en al ongelukkig maken;
— aan hem valt niets meer te bederven, hij is door het slechte heen;
— iemands karakter bederven, slecht of slechter maken;
— de goede zeden bederven, (fig.) slecht of slechter maken;
— de spijzen bederven, gaan tot bederf over en worden daardoor onbruikbaar; (ook) slechter, onbruikbaar maken. BEDERVING, v.