BATSCH, bn. bw. (-er, -t), (veroud. en gew.) trotsch, overmoedig, hoogmoedig;
— eene batsche meid, zwierig, in het oog vallend rijk gekleed;
— hij is mij te batsch, te vinnig.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: