o. (-en, -s), (van eene wet, belijdenis, overeenkomst enz.) iedere van de afzonderlijke bepalingen of verklaringen die met elkander een geheel vormen: artikel 80 van de grondwet belette velen kamerleden aan de kieswet hunne stem te geven;
— op bijna elk artikel van het wetsontwerp Talma waren amendementen ingediend; de artikelen van een tractaat, van een program eener partij, van een contract;
— de twaalf artikelen des geloofs zie GELOOFSARTIKELEN; (fig.) het is geen artikel des geloofs, het is niet verbindend;
— (fig.) artikel één, het allervoornaamste, datgene waarvoor men in de eerste plaats moet zorgen; (veroud.) een bepaald punt, een onderwerp van gesprek; een artikel in een dagblad, een tijdschrift, opstel; de woorden van den voorzitter gaven hem dadelijk het bewuste {hoofd-, couranten-) artikel in de pen; de onderwijzers moeten de artikelen van het Nederlandsch Woordenboek lezen en bestudeeren;
— (handel) de prijscourant noemt vele {bad-, reis-, sport-, dames-, heeren-) artikelen;
— hij is agent in allerlei artikelen;
— er was niet veel vraag naar dat {handels)artikel, het was niet gezocht, gewild;
— een winkel van dagelijksche artikelen, koopwaar;
— (ook fig.) dankbaarheid is een artikel dat sedert lang niet meer op de prijscourant genoteerd staat;
— (taalk.) lidwoord.
