Gepubliceerd op 31-08-2018

ALLEMAN

betekenis & definitie

Alleman zelfst. hoofdtelw. iedereen, de heele wereld Gods vriend is allemans vijand;

— allemans werk is niemands werk, van eene zaak waarmee ieder zich bemoeit, komt niets terecht;
hij gaat om met Jan en alleman, met iedereen, vooral ook met ‘t geringere volk.