Afzweven (zweefde af. is afgezweefd), (dicht.) zich zwevend verwijderen, (meest van geesten en denkbeeldige gevleugelde wezens); (fig.) soms dreigt een zoete naam mijn lippen af te zweven;
— zwevend nederwaarts komen, zacht en langzaam op den luchtstroom nederdalen een goede genius die deernisvol ten hemel af kwam zweven.