Afwallen (walde af, heeft afgewald), (eene ruimte) met een wal van opgeworpen aarde van de aangrenzende ruimte afscheiden;
— (in het krijgswezen) (eene stad, vesting, legerplaats enz., ook de troepen die daarbinnen gelegerd zijn) met een wal omgeven om den toegang ertoe af te sluiten en ze voor vijandelijke aanvallen te beveiligen de veldheer liet de legerplaats terstond afwallen. AFWALLING, v. (-en).