Afverven (verfde af, heeft afgeverfd), geheel en al verven;
— gedaan maken met verven ; zoodra het beter droogt, zal de schilder den voorgevel afverven; nieuwe gebouwen worden niet dadelijk afgeverfd;
— (van verfstoffen en geverfde voorwerpen) verf afgeven, bij aanraking verfstof loslaten en daarmede bevlekken, vgl. afgeven, af kladden; doordat hare kleeren afverven, heeft dat arme meisje telkens zwarte handen. AFVERVING, v.