Gepubliceerd op 31-08-2018

AFSNAUWEN

betekenis & definitie

(snauwde af, heeft afgesnauwd), (iem.) snauwend van zich afstooten, op norschen of bitsen toon kortaf antwoorden of bejegenen en daardoor hem den lust benemen om verder te spreken of te naderen, (scherper en vinniger dan afgrauwen): als hij hen bespotte en afsnauwde, was het met de hooghartigheid van een meerdere.

< >