Gepubliceerd op 30-08-2018

Afschommelen

betekenis & definitie

AFSCHOMMELEN, (schommelde af, is en heeft afgeschommeld), gedaan maken met schommelen; de beurt van te schommelen verloren hebben;

zich afschommelen, zich afmatten door langdurig schommelen;
— (fig.) in eene schommelende beweging afdalen (langs eene helling of eene hoogte): op een ezel schommelde zij den heuvel af;
— schommelend en waggelend naar beneden, de trap af komen (alleen van zwaarlijvige personen gezegd)

< >