AFKRUIPEN, (kroop af, is en heeft afgekropen), zich kruipend van iets verwijderen;
— naar beneden kruipen;
— door kruipen scheiden, kruipend afschuren : de kleine heeft hier al de verf van den vloer af gekropen; de kleine heeft het rokje geheel afgekropen, door kruipen versleten;
— (een afstand) ten einde toe kruipend afleggen;
— veel kruipen. AFKRUIPING, v.