Van Dale 1898 Groot woordenboek der Nederlandsche taal Gepubliceerd op 30-08-2018 Afgeloopen betekenis & definitie AFGELOOPEN, bn. verleden, voorbijgegaan, verstreken : de afgeloopen week, maand, in het afgeloopen jaar. Gerelateerd Alles over Afgeloopen Lukraak woord