Gepubliceerd op 30-08-2018

Afbetalen

betekenis & definitie

AFBETALEN (betaalde af, heeft afbetaald), afdoen, geheel voldoen (eene schuld, eene rekening, iemand);

— in mindering betalen op eene schuld of rekening: hoeveel is er op die schuld afbetaald ?
— ( fig. eene zedelijke schuld) boeten;
— (scheeps- en krijgsvolk) met geheele betaling van het verschuldigde uit den dienst ontslaan;
— (fig.) voor verscheidene strafwaardige handelingen te gelijk straffen. AFBETALING, v. (-en), op afbetaling koopen, leveren.