Gepubliceerd op 14-11-2017

aanwijzen

betekenis & definitie

Aanwijzen - (wees aan, heeft aangewezen), doen zien door er heen te wijzen; - iemand met den vinger aanwijzen, de aandacht op iem. vestigen om zijn vreemd, buitensporig gedrag; - iemand of iets met een natten vinger kunnen aanwijzen, in een oogenblik zonder dat men er naar behoeft te zoeken, dus: nauwkeurig weten (soms eene bedekte toespeling op den persoon of de familie van een der aanwezigen);

- de aangewezen persoon (voor iets), de meest bevoegde of gerechtigde tot; - den dader aanwijzen, zijn naam noemen, den persoon uitduiden; - iem. de gelden (ook: een kantoor, een adres) voor iets aanwijzen opgeven waar of hoe men ze bekomen kan; - de kompasroos wijst de hemelstreken aan, geeft de richting er van juist aan; - de klok wijst den tijd aan, geeft aan; (fig.) iemands aandacht op iets richten: een jongmensch een nuttigen werkkring aanwijzen, hem dien noemen en aanraden; - de onderwijzer wijst den leerling fouten aan, noemt hem die, opdat hij ze vermijde; - den gasten de plaats, de kamer aan-wijzen, brengen naar; - iem. het deel in die winst aanwijzen, toewijzen; (gelden) tot zeker gebruik bestemmen.