Aanwezig - bn. tegenwoordig (van personen); voorhanden, ter beschikking staande (van zaken): dit artikel is niet voorhanden in den winkel, maar wel aanwezig in het magazijn; daar zijnde, aangebroken zijnde (van een tijdstip, eene mogelijkheid, eene gelegenheid). AANWEZIGHEID, v.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk