Gepubliceerd op 14-11-2017

aantreden

betekenis & definitie

Aantreden - (trad aan, is en heeft aangetreden), met bedaarden tred op iemand of iets aangaan; met gelijkmatigen en bedaarden tred aankomen (in deze bet. ook fig); (krijgsd.) zich verzamelen , bijeenkomen op de loopplaats en zich in het gelid stellen: de compagnie zal om 9 uur aantreden; (krijgsd.) den eersten pas doen bij het marcheeren: de recruut zal met den linkervoet aantreden; geregeld voortgaan, zonder stilstaan of vertragen: wij moeten wat aantreden. AANTREDING, v., aantocht, nadering.

< >