Gepubliceerd op 14-11-2017

aangeven

betekenis & definitie

Aangeven - (gaf aan, heeft aangegeven), overgeven, aanreiken; iets ter kennis van een ander brengen, waarvan men de hoedanigheid zelf bepaalt, veelal met het bijoogmerk, dat de ander er zich naar richten zal: de hoofdtrekken van iets aangeven, - den koers aangeven, bepalen en opgeven, welken koers men sturen moet;

- den toon aangeven, den eersten toon van een muziekstuk doen hooren, waarnaar de hoogte der andere tonen bepaald wordt, (ook fig.) het voorbeeld geven in een gezelschap; iets ter kennis brengen van de overheid (aan het gerecht, ambtshalve of als beleedigde partij): een diefstal aangeven; (bij den burgerlijken stand) een sterfgeval, een kind aangeven; (bij den ambtenaar der belastingen) zijn inkomen aangeven; (bij de militaire overheid) voor de loting aangeven; - zich aangeven, zich aanmelden.