Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Zedelijk

betekenis & definitie

bn. bw. (-er, -st),

1. overeenkomstig de goede zeden, de ethische norm, de heersende opvatting van wat goed is, deugdzaam: een zedelijke handeling; zedelijk leven; getuigschrift van goed zedelijk gedrag; — (ook) de goede zeden bevorderend : zedelijke verhalen ;

betr. hebbend op de normen of opvattingen van goed en kwaad, moreel: de zedelijke beginselen; de zedelijke waarde van iets; — zedelijke deugden, in godsd. zin : door God ingestorte deugden ;

2.bw.: zedelijk tot iets verplicht zijn; — zedelijk vrij zijn, met volle bewustheid streven naar hetgeen goed is ; — dat is zedelijk onmogelijk, gezegd van datgene wat door andere dan uitwendige beletselen verhinderd wordt;
3. zedelijke lichamen, lichamen als rechtspersoon, verenigingen van personen, die hetzij op openbaar gezag als zodanig zijn ingesteld of erkend, hetzij als geoorloofd zijn toegelaten, of alleen tot een bepaald oogmerk, niet strijdig met de wetten of de goede zeden, zijn samengesteld.