o. (-s),
1. kleine wolk: er is geen wolkje aan de lucht, (fig.) er is niets te vrezen, alles is in orde;
2.(bij verg.) wolkachtige vlek of streep, b.v. in het wit van het oog, in edelgesteenten; 3. (fig.) donkere of sombere trek op het gezicht: een wolkje trok over haar gelaat.