Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Woedend

betekenis & definitie

bn. bw. (-er, -st),

1. in woede verkerend, zeer verbolgen: hij was woedend; woedend kwam hij op ons af; — woede doende blijken: woedende blikken naar iem. werpen ; — (overdr.) woedende toorn ; in een woedende bui;
2. (fig.) zeer onstuimig: de zee, met nog woedende golven, die ons ophieven naar de lucht, en weer neerdompelden in den afgrond (Couperus).


Alsjeblieft!
Dit artikel kreeg je van Ensie cadeau. Wil je ook bijdragen aan toegankelijke kennis?Word vriend van Ensie en ontvang een gratis encyclopedie!