m. (-en), vlak dat—, oppervlak van de afscheiding die een ruimte begrenst, en vervolgens die afscheiding zelf als lichaam: de wanden van een kamer; de wand van een schip ; kale, gladde-, ruwe wanden; een losse, een houten wand vgl. berg-, rotswand; — (zegsw.) zij kleeft aan de wand van morsigheid, zij is uiterst vuil; — omsluiting, bep. met gedachte aan de dikte : de wand van een ader, van de darm; een buis met dikke wanden; — (veearts.) holle wand, gebrek aan de paardenhoef, waarbij de verbinding tussen de hoorn- en vleeswand is opgeheven ; losse wand, gebrek aan de voorhoeven waardoor de verbinding van wand en zool in de witte lijn is opgeheven.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk