v. (wagen),
1. (w. g.) toestel om mee te wegen ; de Romeinse waag, de unster; (fig.) in de waag stellen, in de waagschaal (zie ald.); — (fig.) toestand van onzekerheid ;
2. plaats, gebouw waar van overheidswege goederen gewogen worden
3. (eert. en gew.) zekere gewichtshoeveelheid, inz. bij vis.