Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Voorraad

betekenis & definitie

m. (...raden),

1. hoeveelheid van iets die voorhanden is, waarvan men gebruiken kan : zo lang de voorraad strekt: een grote voorraad van iets hebben ; voorraden opslaan ;
2. (pregn.) hoeveelheid van bep. goederen, inz. van levensmiddelen, die men zich aanschaft om daarop te teren : voorraad voor de winter inkopen ;
3. bij voor raad, bij voorbaat; (rechtst.) uitvoerbaar bij voorraad (van rechterlijke uitspraken),, uitvoerbaar, niettegenstaande de veroordeelde partij daartegen het rechtsmiddel van verzet, appèl of cassatie instelt.