Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Vertrouwd

betekenis & definitie

bn. (-er, -st),

1. door trouw verbonden, vertrouwen bezittend of waardig: een vertrouwd vriend, persoon, op wie men zich verlaten kan ;
2. goed bekend : zich met iets vertrouwd maken ; vertrouwd met het Frans zijn, er goed bedreven in zijn ;
3. waarmee men zich door lang verkeer verbonden gevoelt, waaraan men gewend is : weer in zijn oude, vertrouwde omgeving zijn ; de vertrouwde dingen om hem heen;
4. waarop men vertrouwen kan, veilig : in vertrouwde handen zijn ; is dat vertrouwd?ï