v. (-en),
1. het verplichten ;
2. het verplicht- of gehouden-zijn : iem. een verplichting opleggen, hem het bedoelde als plicht voorschrijven : — een verplichting op zich nemen, zich verbinden tot; — (vand.) dat waartoe men gehouden is : zijn verplichtingen nakomen ;
3. het gebonden-zijn door ontvangen dienst of gunst : grote verplichtingen, veel verplichting aan iem. hebben, hem voor veel dankbaar moeten zijn.