(verkreeg, heeft verkregen),
1. ontvangen, bekomen : Eva zeide : ik heb een man van den Here verkregen (Gen. 4:1); — (in t bijz.) voor geld bekomen, kopen: die boeken zijn daar te verkrijgen;
2. (met inspanning) verwerven : hij slaagde er in een betere positie te verkrijgen ; een gunst verkrijgen;
3. hij kon het niet van of over zich verkrijgen, kon er niet toe komen, besluiten. Zie ook Verkregen.