Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Verduisteren

betekenis & definitie

(verduisterde, heeften is verduisterd)

1. (overg.) duister, donker maken: die zware gordijnen verduisteren de kamer; — alle lichtopeningen afsluiten, zodat geen licht naar buiten kan uitstralen : tijdens de oorlog werd menigeen beboet omdat hij niet voldoende verduisterd had: — (fig.) duister van begrip maken ; benevelen : heeft, razernij hier ieders brein verduisterd? (Staring) ;
2. (onoverg.) duister worden : de zon verduistert: het licht zal verduisteren in zijne tent (Job 18 : 6); — (fig.) zijn verstand was verduisterd, beneveld ;
3. (overg.) aan zijn bestemming onttrekken, achterhouden: gelden verduisteren, gelden gebruiken waarover men niet voor zichzelf beschikken mag; (als strafbaar feit) zich eens anders goed toeëigenen. dat men anders dan door misdrijf onder zich heeft (tegenover diefstal, waarbij men het goed wegneemt).