Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Verdubbelen

betekenis & definitie

(verdubbelde, heeft en is verdubbeld),

1.tot het dubbele, tweemaal zo groot maken : een getal, een geldsom verdubbelen ; — (oneig.) zijn schreden verdubbelen, verhaasten, sneller gaan lopen; — (met betr. tot geluid) weerkaatsen of weerkaatst worden: zijn voetstap bonst de kromme gangen verdubbeld rond (Staring):
2. tweemaal zo groot worden: de bevolking is binnen een eeuw verdubbeld; — (oneig.) zijn ijver verdubbelde; met verdubbelde kracht;
3. tweevoudig, dubbel maken : de rotten verdubbelen: — (zeew.) een schip verdubbelen, van een dubbele huid voorzien.