v. (-n),
1. wat men (door arbeid, door zaken doen enz.) wint of ontvangt: ruime verdiensten hebben; daar zit geen verdienste op; zonder verdiensten zijn, niets verdienen;
2. aanspraak op het ontvangen van iets: iern. naar verdienste belonen, straffen, naar hij verdient ;
3. dat waardoor men aanspraak kan maken op lof, erkentelijkheid, eerbewijzen: iemands verdiensten erkennen; zich iets als een verdienste aanrekenen; — van (grote) verdienste, die veel goeds heeft tot stand gebracht ; — lid van verdienste, erelid (van een vereniging, een maatschappij).
