o. g. mv.,
1. het verbruiken; in econ. zin vernietiging van goederen bij de bevrediging van behoeften: voedsel en brandstof zijn de voornaamste voorwerpen van verbruik;
2. het verbruiken met betr. tot de kwantiteit, hoeveelheid die verbruikt wordt: het verbruik van alcohol is aanzienlijk toegenomen; het verbruik van electriciteit.